Een duik in het fascinerende watersysteem van Zuiderburen en Friesland
Deze winter stond het oppervlaktewater in Zuiderburen soms tot aan de rand van de walbeschoeiing! Bootjes liggen hoger dan gebruikelijk en in combinatie met de golven klotst het water soms de tuinen in. De oorzaak? Hevige regenval in combinatie met een harde Noord(west)er wind. Reden genoeg om ons even kort te verdiepen in het watersysteem van Zuiderburen en Friesland, en ons onder te dompelen in de wondere wereld van water!
In Nederland zijn wij een kei in het vechten tegen water. Als ergens ter wereld dijken moeten worden gebouwd of een stuk water moet worden ingepolderd, dan worden Nederlanders ingevlogen. Het ultieme bewijs hiervan zijn de Deltawerken en natuurlijk de Afsluitdijk. Jarenlang vechten tegen het water heeft ons experts gemaakt, experts niet alleen in het afvoeren maar ook het buiten houden van dit blauwe goud. Hierdoor zijn wij veilig voor het allesverwoestende water, zelfs al leven wij voor een groot gedeelte onder het zeeniveau.
Als je zo laag woont, wil je regenwater zo snel mogelijk afvoeren. Overvloedig water kan immers problemen veroorzaken, zoals ondergelopen straten, boeren die hun land niet kunnen betreden omdat het te nat is, en onbegaanbare, moerassige bossen. Daarom hebben we een uitgebreid netwerk van sloten en drainagebuizen aangelegd om het water snel af te voeren. Maar soms staat het water ons bijna aan de lippen. Hoe kan dat?
Om dit te begrijpen, moeten we kijken naar ons watersysteem, dat voornamelijk bestaat uit polders en de boezem. Polders zijn afgesloten gebieden met sloten en beekjes, waarvan het waterpeil op niveau wordt gehouden door stuwen en een poldergemaal. Friesland heeft ongeveer 400 van deze polders. Het water wordt vanuit de polders naar de boezem gepompt, het systeem van kanalen en meren. In Friesland wordt het waterpeil in de boezem op 0,52 meter onder NAP gehouden. Waterkaders en scheepsvaart zijn berekend op dit peil, waardoor dit jaarrond wordt gehandhaafd.
Door klimaatverandering worden de zomers droger en de winters natter. Er valt steeds meer water in korte tijd. In 2023 heeft het meer geregend dan ooit tevoren, weer een weerrecord… Zo ook in de afgelopen maanden. Een gedeelte van het gevallen regenwater kan gewoon worden opgevangen in onze omgeving, namelijk de ondergrond en in waterbergingsgebieden. De ondergrond werkt als een soort spons, is er veel water dan wordt het opgezogen en vastgehouden. Nuttig voor straks, als er minder water is door droogte. Maar een spons heeft een maximale capaciteit. Op een gegeven moment kunnen we niet meer water vasthouden. Dat betekend dat al het water dat binnen komt moet worden afgevoerd.
Terug naar onze situatie. Er gaat momenteel dus veel water vanuit onze polder; Zuiderburen, via het poldergemaal aan de Himpenserdyk naar de boezem; in dit geval de Tearnzer Wielen. Onze mooie waterrijke wijk is daarnaast voor een groot gedeelte ook direct aangesloten op de boezem, namelijk het Van Harinxmakanaal (voor de oplettende lezer: dit betekend dat het peil op in onze achtertuin dus standaard op 0,52 meter onder NAP wordt gehouden). Het gevallen regenwater stroomt vervolgens via het Van Harinxmakanaal naar de Tjerk Hiddessluizen in Harlingen, waar het onder vrij verval op de Waddenzee wordt geloosd. Maar dat is gek, de zeespiegel is 0 NAP en de boezem ligt daar 52 cm onder, klimt het water daar dan een trap op? Nee, dat kan water niet… Het overtollige water wordt alleen gespuid op momenten dat het eb is en het boezemwater dus hoger staat dan het zeewater. En dat geeft limitaties.
Als er veel water valt, gaat er dus veel water door de boezem richting de zee. Dit betekend dat we veel overtollig water moeten afvoeren. Veel regen betekent ook dat het niveau in de Waddenzee stijgt, dit bemoeilijkt de afvoer want we zijn afhankelijk van lage waterstand in de zee! Als je dan meetelt dat de zeespiegel stijgt, kan je je voorstellen dat de momenten waarop we water kunnen afvoeren elk jaar iets minder wordt. En dan heeft moeder natuur nog een extra troef in handen om het ons moeilijk te maken: de wind. Harde Noordwesterwind zorgt voor opstuwing van het water, waardoor het peil in de zee nog verder stijgt en afvoer nog lastiger wordt. Gelukkig is hierin voorzien door een aantal gemalen. In Friesland zijn er drie grote boezemgemalen. Deze bevinden zich in Lemmer, Stavoren en Marrum. Deze gemalen verpompen het overtollige boezemwater in het IJsselmeer of in de waddenzee.
Als de wind dus verkeerd staat en er valt veel regen, dan stuwt het water landinwaarts en kan het niveau in het Van Harinxmakanaal stijgen. Dit betekent dat al het water dat direct is aangesloten op het kanaal meestijgt. Afgelopen maanden is het waterpeil hierdoor gestegen tot maximaal 0,23 m onder NAP, 29 cm hoger dan dat we gewend zijn. In een waterrijke buurt zoals Zuiderburen zie je dit effect dan ook meteen, boten komen hoger te liggen en soms klotst het water over de walbeschoeiing heen. Weerexperts verwachten dat de verandering van het klimaat gaat zorgen voor drogere zomers en nattere winters, dus dit fenomeen gaan we ongetwijfeld nog wel vaker meemaken. Gelukkig weet je nu, alles is onder controle! Dat is gewoon het “Nieuw Friese Peil”!
Wist je dat: het grootste stoomgemaal van de hele wereld in Friesland staat? Het Woudagemaal in Lemmer, gebouwd in de periode 1916-1920, kan 4000 m3 water per minuut afvoeren. 4000 m3, dat is 4 MILJOEN liter water per minuut! Het Woudagemaal kan in 1 dag net zoveel water het IJsselmeer inpompen, als het drinkwatergebruik van de hele stad Leeuwarden gedurende 1 jaar! J.L. Hooglandgemaal (Stavoren) en De Heining (Marrum) zijn elektrische gemalen en kunnen respectievelijk 7300 m3/min en 252 m3/min aan water afvoeren.